Aangrijpend verhaal

De weg van God in mijn leven


Met een dankbaar hart deel ik graag een stukje van mijn levensverhaal met jullie. We hebben veel doorstaan, en telkens was het de kracht van God die ons leidde en ondersteunde. In deze reis van strijd, uitdagingen en overwinningen zijn we diep dankbaar en verwonderd over hoe God ons heeft geleid.

Een bijzonder lichtpunt in ons leven is Stichting Caritate, die door Gods genade een opvanghuis heeft opgezet. Deze plek is voor mij persoonlijk een onschatbare zegen geweest. De liefde en steun  die we hier hebben ervaren, getuigen van Gods goedheid en de kracht. Het heeft mij geholpen om God beter te leren kennen.
Het was indrukwekkend om de wonderen te zien die God verrichtte in het opvanghuis.

Allereerst dank aan God en ook aan allen die verbonden zijn aan de Stichting Caritate en degenen die de stichting van harte steunen. Moge ons verhaal een getuigenis zijn van Gods genade, hoop en doorzettingsvermogen. Ik wens van harte dat God dit project verder zegent en dat het zoveel mogelijk meisjes zal helpen, zoals het mij heeft geholpen.
Deze plek is voor mij persoonlijk een onschatbare zegen geweest.

Mijn naam is Nina, 21 jaar oud, geboren in een orthodoxe familie met een jonger zusje en een oudere broer. Op het eerste gezicht leek ons leven normaal, net als dat van andere normale gezinnen. Helaas werd op mijn vierde verjaardag deze vreugde abrupt verstoord, toen mijn vader -op mijn verjaardag- zichzelf van het leven beroofde. Zijn dood veroorzaakte diepe pijn, vooral omdat ik een nauwe band met hem had. Sindsdien heeft mijn leven een andere wending gekregen, doordat mijn moeder worstelde met het opvoeden van drie kinderen en haar werk op een boerderij.

Aangevallen door ratten


Kort na het overlijden van mijn vader brandde ons huis af, waardoor we dakloos werden. Hierdoor werden we gedwongen om naar de boerderij  te verhuizen waar mijn moeder werkte. Hier beleefde ik op een avond een nachtmerrie waarbij ik in mijn slaap werd aangevallen door ratten en veel bloed verloor. Ik werd met grote spoed naar het ziekenhuis gebracht. Het was zeer zorgelijk. Ondanks dat artsen me dood verklaarden, begon ik op weg naar het mortuarium weer te ademen. Sindsdien kamp ik met bloedproblemen, wat resulteerde in regelmatige bloedvervangingen.

Nadat ik uit het ziekenhuis kwam, ben ik naar de oma van mijn moeders kant gegaan. De relatie tussen mijn moeder en oma was erg slecht, ze maakten altijd ruzie. Mijn moeder begon vanwege alle problemen heel veel alcohol te drinken. Mijn oma was ook verslaafd aan de alcohol, en meestal als zij dronken was, jaagde ze ons allemaal weg van huis, zodat we op de velden of in verlaten huizen moesten slapen. Mijn moeder kwam in zo’n kritieke situatie, dat ze vanwege de drank met allerlei mannen naar bed ging, die ons zonder reden mishandelden. Ik herinner me dat we in een winter op het veld hadden geslapen omdat we nergens iets hadden om heen te gaan. Omdat het zo koud was, waren mijn handen zo bevroren dat de dokters hadden besloten om ze te amputeren. Maar, God zij geprezen is dat uiteindelijk niet gebeurd.

Dit alles en nog veel meer speelde zich af tot mijn tiende levensjaar. Menselijkerwijs hadden we niet meer kunnen leven. Verschillende dodelijke ongevallen hebben we overleefd, omdat God over mijn leven waakte.

Na het overlijden van mijn oma werden mijn zusje en ik naar een internaat gebracht omdat mijn moeder niet voor ons kon zorgen. Het vertrouwen in mensen was ik volledig kwijtgeraakt, en ik zweeg zeven jaar lang. De haat tegenover mijn moeder en anderen was diepgeworteld en heel groot.

Tijdens vakanties stuurde het internaat ons naar verschillende families. Bij sommige werd ik slecht en als een slaaf behandeld. Ze sloegen me en moest hard werken.  Bij een familie van een priester, waarvan ik hoopte dat het beter zou zijn, kwamen nieuwe problemen aan het licht die ik niet verwacht had.
Ondanks frequente ziekenhuisopnames, overleefde ik een ernstige mishandeling op mijn elfde (ik werd hard op mijn hoofd geslagen), waarbij ik drie dagen in coma lag. Maar opnieuw genas God mij. God waakte over mijn leven.

Toen ik twaalf was, tijdens de wintervakantie, belandde ik bij een christelijke Baptistenfamilie. Hier ontdekte ik voor het eerst in mijn leven ouderlijke liefde, zielswarmte, geduld, goedheid, zachtmoedigheid, en zorgzaamheid - begrippen waarvan ik niet wist dat ze bestonden. Mijn aanpassing in dit gezin verliep moeizaam, omdat ik erg angstig was en nauwelijks sprak. Zelfs eten was beangstigend, uit vrees voor mogelijke slagen, zoals ik me herinnerde vanuit mijn kindertijd.
In dit gezin heb ik door genade God leren kennen. Iets van Zijn liefde mogen proeven. We mochten inleven dat er Iemand is die onvoorwaardelijk en heel veel van mij houdt. Hier kreeg mijn leven kleur en betekenis.
God ging door met Zijn werk. Tijdens een kamp hebben we door genade de Heere Jezus in mijn hart mogen ontvangen, en door Zijn genade hebben we besloten Hem ons hele leven te volgen. Sindsdien verlangde ik elke vakantie om terug te keren naar dit liefdevolle gezin.

Toen ik in klas 8 zat, op veertien- en vijftienjarige leeftijd, werd ik tijdens de zomervakantie naar mijn moeder gestuurd. Het was de naarste vakantie ooit. Mijn moeder was constant dronken, zorgde helemaal niet voor mijn zusje en mij, en we werkten op het veld om geld te verdienen voor eten. Elke avond waren er mannen, ruzies, lelijke woorden en geschreeuw. Al het verdiende geld werd besteed aan drank. Op dat moment besloot ik mijn zusje mee te nemen en terug te gaan naar het warme nest van de christelijke familie.

Maagkanker


Op zestienjarige leeftijd moesten we de internaat verlaten en stond ik voor een onzekere toekomst, ik kon nergens heen.. God zorgde echter voor mij en leidde me naar een project voor meiden. Daar kreeg ik de kans om mijn opleiding voort te zetten, en in het eerste jaar van mijn studie besloot ik mij te laten dopen. Een week na mijn doopdienst werd ik ziek. Uiteindelijk zijn we in het ziekenhuis beland en werd er geconstateerd dat ik maagkanker had. Doordat ik niets kon eten verslechterde mijn gezondheid heel snel, en de artsen gaven me slechts drie maanden te leven. Hoewel ik aanvankelijk chemotherapie wilde starten, raadde de dokter dit af vanwege de verzwakte toestand van mijn lichaam.
Toen volgde er een periode van grote strijd. In een periode van allerlei negatieve gedachten kreeg ik het geloof dat alleen de kracht van God me nog kon helpen. Samen met medegelovigen begon ik te bidden voor mijn genezing.
Toen ik opnieuw medische analyses moest laten uitvoeren, waren de dokters verbaasd en begrepen niet wat er was gebeurd. De kanker was totaal verdwenen, en een week later kon ik zonder problemen weer eten.
Het was een wonder!
Deze beproeving versterkte mijn geloof en leidde God me naar de organisatie “Een nieuw begin”. Naar het project “Huis Magdalena”, wat opgezet is in samenwerking met de Nederlandse stichting Caritate.

Sinds mijn tijd bij “Huis Magdalena” heb ik me op diverse vlakken ontwikkeld. Het meest ben ik geestelijk gegroeid, met name de relatie met God. De haat die ik koesterde jegens mijn moeder en anderen is volledig verdwenen. In deze omgeving heb ik niet alleen essentiële levensvaardigheden zoals koken en sociale interactie geleerd, maar ben ik ook betrokken geraakt bij de projecten van “Huis Magdalena”. Bovendien heb ik mijn droom gerealiseerd door een massagecursus te volgen en masseur te worden. Als ik niet deel had genomen aan dit project, had ik nooit durven hopen dat mijn dromen werkelijkheid zouden worden.
Ik ben God dankbaar voor Zijn voortdurende zorg in mijn leven, voor de positieve invloeden die Hij op mijn pad heeft gebracht, voor de verhoorde gebeden, voor de vreugde te midden van beproevingen.
Ik heb geen minuut spijt over de beslissing die we, door Gods genade, hebben mogen nemen om mijn leven aan de Hem toe te vertrouwen en Hem te volgen. Mijn verlangen is om door Hem geleid te worden en te dienen met alles wat ik heb.
Over heel mijn leven komt God alle eer toe!

Volg ons

Blijf op de hoogte