Mijn naam is Magdalena Clopotel, ik kom uit Galati, Roemenië, een stad heel dichtbij Moldavië. Ik ben opgegroeid in een arme familie met 9 kinderen, maar als ik terugkijk, kan ik duidelijk zien hoe God voor ons heeft gezorgd, zo dat we nog nooit hongerig moesten slapen. Hij was trouw ten opzichte van onze familie en gaf ons alles wat we nodig hadden op het juiste moment. Toen ik nog heel klein was, 10-11 jaar, droomde en wenste ik veel om kinderen uit weeshuizen te helpen, kinderen die arm waren. Ik weet niet waarom, misschien omdat ik wist hoe het is om arm te zijn, maar ik denk ook dat dit een roeping was, toen ik nog zo klein was, van Gods kant.
Hij was trouw ten opzichte van onze familie en gaf ons alles wat we nodig hadden op het juiste moment.
Ik kan mijn leven niet anders zien. Ik heb besloten om mijn leven te leven om anderen te helpen. Zelfs als ik met mijn eigen ogen niet zag hoe mijn toekomst zou zijn. Ik had alleen dat sterke verlangen in mijn hart om de Heere te dienen, door de meest armen en meest kwetsbaren. Nadat ik klaar was met de middelbare school, heb ik theologie gestudeerd in Iasi, vier jaar deeltijd. In die tijd hielp ik mijn ouders in een fruit en groente winkel. In deze jaren dacht ik de hele tijd dat God me voor iets groters had geroepen dan fruit en groenten verkopen. En ik bad heel gericht dat God me een werk zou geven waar ik met plezier kon heengaan, een Christelijke bijdrage zou kunnen leveren en dat ik iets kon doen dat ik leuk vind, en in het speciaal iets waarbij ik kinderen, jongeren en arme families kon helpen. Ik begon om naar de organisatie “Word Made Flesh” te gaan, op het begin als vrijwilliger en daarna als medewerker. Daar heb ik 6 jaar gewerkt met kinderen uit kwetsbare families, heel diverse dingen heb ik daar gedaan. Het waren een van de mooiste jaren uit mijn leven, omdat God veel dingen in mijn leven veranderd heeft, vooral in mijn begrip over mijn identiteit, over wie ik ben. Ik was me totaal niet bewust van mijn waarde, van mijn mogelijkheden, ik had totaal geen zelfvertrouwen, het tegenovergestelde: ik voelde me voortdurend schuldig over iets, of voelde me nergens goed voor. Maar God heeft naar mij omgekeken en stuurde de juiste mensen waardoor Hij tegen me sprak, om me te bemoedigen en om mij te helpen de talenten en gaven te ontdekken waarvan ik niet wist dat ik die had. En ik werd me bewust van mijn identiteit, van wie ik ben, in werkelijkheid in Christus. Terugkijkend ben ik zo dankbaar tegenover God voor de manier waarop Hij mijn voetstappen heeft geleid, terwijl ik nergens van wist. God houdt veel van me, zelfs als ik het niet verdien.
Terugkijkend ben ik zo dankbaar tegenover God voor de manier waarop Hij mijn voetstappen heeft geleid, terwijl ik nergens van wist. God houdt veel van me, zelfs als ik het niet verdien.
Na zes jaar, veranderde God totaal de richting in mijn leven, door me naar Moldavië te sturen. Dit was een van de moeilijkste beslissingen in mijn leven, omdat ik alles moest achterlaten in Galati, familie, kerk, vrienden, en niet op de laatste plaats: de kinderen van de stichting waar ik werkte. Ik was heel verbonden met hen en zij met mij, de kinderen voelden zich verraden. Ik ben nu 8 jaar in Moldavië, en ik ben begonnen om met kinderen uit een weeshuis te werken, zoals ik had gedroomd toen ik klein was.
Terugkijkend, besef ik me hoe belangrijk het is om nooit te stoppen met dromen. Dit wilde ik zo graag en God bracht mijn voetstappen precies naar een weeshuis. In 8 jaar heb ik veel kinderen, jongeren en families leren kennen, met hen heb ik een vrij sterke band ontwikkeld. Na 8 jaar heb ik besloten om niet verder te werken bij deze organisatie, en nu begrijp ik beter waarom. Want God had het plan om mijn droom uit te laten komen, mijn wens.
Toen men mij vroeg wat mijn visie is, zei ik altijd dat ik droomde om een huis voor meiden te hebben, meisjes die zichzelf niet bewust zijn van hun identiteit, van hun waarde, van hun mogelijkheden. Ik zag altijd een huis met een tuin, waarin ik ´s avonds zat, pratend en biddend met de meiden, we gaan samen naar de kerk, we leren koken, ontvangen gasten.
Ik verlang dit huis te hebben, zodat meiden er een plaats van veiligheid kunnen vinden, een plaats waar ze liefde kunnen voelen, waar ze gewaardeerd worden en waardevol zijn, een plaats waar ze kunnen groeien en ontwikkelen, een plaats waar ze meer kunnen ontdekken over wat God in hen geplaatst heeft, een plaats waar ze zichzelf kunnen zijn, zonder dat ze zichzelf moeten voordoen voor iemand anders, en niet op de laatste plaats, ik wil dat in dit huis de meiden werkelijk Gods aanwezigheid zullen voelen, Zijn liefde, zachtmoedigheid, goedheid en Zijn vrede.
Ik denk dat in dit huis meiden onderdak zullen krijgen die in de negende klas zitten (15, 16 jaar), vooral meiden uit weeshuizen, en meiden die nergens meer hebben waar ze heen kunnen. Ik sta ook open voor uitzonderingen, ik bedoel jongere meisjes die een noodsituatie hebben en echt opvang nodig hebben. Ik denk dat dit huis hun onderdak kan bieden, ondersteuning, onderwijs, tot de meiden hun school afmaken en ze werk vinden. Zodat, zo ver het kan, ze hun leven in eigen handen kunnen nemen en op eigen verdiensten kunnen leven.
Ik geloof dat deze roeping van God komt en ik ben verwonderd over de manier waarop God alles gepland heeft. Zelf zou ik niets kunnen in dit leven.
Ik geloof dat deze roeping van God komt en ik ben verwonderd over de manier waarop God alles gepland heeft. Zelf zou ik niets kunnen in dit leven. Alles ziet er heel goed uit, in gedachten, op papier, maar als ik in detail denk, dan heb ik het idee dat ik gevoelens van angst en onzekerheid krijg. Natuurlijk zal het niet makkelijk zijn. Ik heb het voorgevoel dat het heel moeilijk zal worden, maar God heeft zoveel jaar Zijn trouw aan mij laten zien en Hij heeft bewezen dat Hij degene is die alles onder controle heeft. En het helpt me heel veel om te bedenken dat dit niets van mijn werk is, ook niet van degenen uit Nederland, maar alleen en alleen van Hem. Hij zal overal voor zorgen. Eigenlijk, Híj houdt het meeste van deze meiden, niet ik en niet anderen. Waarom zou ik me zorgen maken?
Ik weet dat het een enorme verantwoordelijkheid is, en ik weet dat ik een mens ben met veel zwakheden, en ik weet ook dat ik veel fouten maak zoals ik heel mijn leven gemaakt heb. Maar ik weet ook dat ik een God heb vol genade en barmhartigheid die naar het hart van de mens kijkt en niet naar zijn prestatie, een Hogepriester die genadig met mijn zwakheden omgaat en die me begrijpt. Met deze God wil ik verder gaan en Hem mijn hele leven dienen, omdat het ‘t waard is.